(bespiegeling)
Ineens is de vraag er: wie schreef het verhaal over een wereld waarin men herinneringen kon wissen? Ik dacht Belcampo, maar in de twee boeken die ik van hem heb – ik liep naar de boekenkast – lijkt het niet te staan. Toen dacht ik: wellicht is het Rodenko. Die twee hebben bijna net zo weinig met elkaar te maken als de sterren van een sterrenbeeld, maar de gelijkenis in de namen – drie lettergrepen, de o op het eind – zouden deze verwarring best begrijpelijk maken. Vind ik dan. Weer naar de boekenkast. Waarom staat er niks van Rodenko? Hm, omdat hij vooral dichter was en de dichtbundels in een andere kast staan. (Dit begin slaat nergens op.)
Nee nee, het moet toch echt van Belcampo zijn… Ik zoek op internet en kom terecht op de pagina van belcampo.net:
De fantastische schrijver Belcampo
In de Nederlandse literatuur is de schrijver Belcampo, (pseudoniem van Herman Schönfeld Wichers, 1902-1990) nog altijd volstrekt uniek. De meeste Nederlandse schrijvers beperken zich tot realistische verhalen en romans, het werk van Belcampo wordt vaak fantastisch en soms surrealistisch genoemd. Hij bereikt dit effect door soms maar één element in de werkelijkheid te veranderen en daarop consequent door te fantaseren. Wat gebeurt er als je jezelf in de trein tegenkomt? Hoe zou de Dag des Oordeels er uit zien in het gereformeerde plaatsje Rijssen en welke rol zou de schrijver daar zelf in kunnen spelen? Wat gebeurt er als de dingen in opstand komen tegen het misbruik dat de mensen van de aarde maken? Vaak krijgen zijn verhalen hierdoor bijna profetische dimensies. Zijn verhaal De Surprise uit 1968 over een zelfmoordfirma is nog steeds zo controversieel, dat Amerikaanse producers er tot op heden voor terugdeinsden om een film over dit onderwerp te financieren. Gelukkig wordt de film nu toch in Europa gemaakt en is actueler dan ooit.
Nu nog dat verhaal over te wissen herinneringen opsporen. Ik meen dat het (onder meer?) ging over een relatie die langzaam maar zeker op de klippen liep door allerlei vervelende ervaringen. Tegen betaling kon de hele herinnering aan hun relatie worden gewist. Ze komen elkaar natuurlijk weer tegen, zien de ander als onbekende… Zou dit kloppen?
Even later. Ja, gevonden! Het staat toch in het boekje Bevroren vuurwerk, een keuze uit de verhalen van Belcampo. Het verhaal heet De achtbaan. Belcampo kijkt in de toekomst (de eerste druk is van 1964, mijn exemplaar is van 1981)..:
In het jaar 2000 zijn geleerden al een tijd bezig geweest met proeven om weefsels van hogere organismen afgescheiden van ‘het wezen waar ze bij horen’ in leven te houden. In dat jaar lukt dat eindelijk en het leidt tot ‘een sterke impuls’ om verder te gaan. En in 2005 ‘lukt het voor het eerst bij een patiënt een complex van hersencellen, die een bepaalde gedachte belichaamden, met behoud van hun onderlinge samenhang uit zijn omgeving te lichten en te behouden.’ (…)
‘In 2040 waren de weefselkwekers er in geslaagd ook van het hersenweefsel de weerstand zo hoog op te voeren, dat het overplanting in een andere hersenstelsel kon verdragen.’ (…) ‘Dus voortaan was het mogelijk de herinneringen, het weten van een ander mens, aan het eigen geestesleven toe te voegen. Een nieuw veld lag open voor de chirurg, die behalve weghalen wat schadelijk was of ongewenst, nu ook leemten kon aanvullen, geesteslevens kon uitbouwen, aan zijn patiënten geluk verschaffen door het hersenimplantaat van andersdenkenden’.
Nog tien jaar later is er een levendige handel in herinneringen; ‘begrippen als persoonlijkheid en individu bleken nu wel voorgoed verouderd’. Belcampo schetst de voordelen, maar vooral ook de nadelen en de verwarring (bijvoorbeeld: wat de één geluk noemde, maakte de ander doodongelukkig).
Ah, ik krijg zin om het allemaal over te typen. Maar goed. En nu ben ik nog lang niet bij het moment dat Belcampo gaat inzoomen en binnen zijn verhaal nog een verhaal gaat vertellen. Ik ga daar nu toch maar meteen naar toe. Kort samengevat: een stel heeft financiële problemen. Ze hebben al veel verkocht, maar nu is er alweer geldnood. Ze besluiten om (vrijwel) alle herinneringen aan hun relatie te verkopen, zodat de man, een schrijver, een jaar kan werken aan het boek dat zijn meesterwerk moet worden (ja ja, toevallig de man). Daarbij vielen alle andere belangen in het niet. Alleen de herinneringen aan hun twee kinderen zouden ze sparen.
De man komt eerst thuis, verlangend om zijn kinderen te zien. Dan komt de vrouw. De kinderen begroeten hun ouders natuurlijk als vanouds.
De moeder zegt: “Wat een gezellige pan is het hier. Jullie hebben zeker gestoeid met deze…”
“Kees de Jong”, kwam hij naar voren met zijn hand.
“Mies Brouwer”. Het was haar meisjesnaam.
“De vader van deze kinderen.”
“De moeder.”
“Hoe maakt u het.”
“Wat doen jullie mal, toe geef mekaar gauw een zoen”, flapte de oudste ertussen.
(…)
En zo gaat het verder. De kinderen sliepen die avond in met het gevoel dat er een heel nieuw tijdperk was aangebroken. En met huwelijk en schrijverschap loopt het goed af.